Het begrijpen van de “Kinderen van Immigratie”
Foto: vrtnu
Version française de cet article: Comprendre les “Enfants de l’Immigration”
Yazının Türkçe versiyonu:“Göçün Çocukları”nı anlamak…
“Deze feiten negerend, stelt de Belgische samenleving de vraag “waarom er in België zoveel sympathie voor president Erdoğan en zijn partij is”? Deze situatie kan niet worden begrepen als men de geschiedenis van de immigratie niet kent, men niet weet wat het land van herkomst en het gastland al dan niet hebben gedaan voor deze werknemers uit Turkije, Italië, de Marokko of Griekenland, en als men zowel de historische migratie context als de concrete gevolgen van deze acties (of het gebrek aan acties) op het leven van de migranten buiten beschouwing laat!”
Na de uitzending door de VRT van twee documentaires, de “Kinderen van de collaboratie” en de “Kinderen van het verzet”, die verhaalden over de gebeurtenissen van de Tweede Wereldoorlog, zei ik onlangs tegen mezelf “eindelijk” toen ik de documentaire “Kinderen van de immigratie” zag. Eindelijk een serieus werk over de mensen die de immigratie van arbeiders naar België beleefden, een belangrijk deel van de geschiedenis van ons land.
In de verslagen die ik aan Belgische Vlaamse kranten geef, probeer ik al jaren de situatie van de Turken in België uit te leggen. Ik probeer ervoor te zorgen dat ze beter begrepen worden. Ik heb inderdaad vastgesteld dat zelfs de journalisten van de belangrijke persorganen grotendeels niet op de hoogte waren van wat de Turkse gemeenschap in België sinds de eerste jaren van de immigratie heeft doorgemaakt. Na het lezen van het boek van Tina de Gendt over de Turkse immigratie naar Gent, “Turkije aan de Leie”, besefte ik ook dat er heel wat onbekend was over de immigratie van de Turkse arbeiders naar België. Er is op dit gebied zo weinig werk verricht dat het als niet-bestaand kan worden beschouwd.
De meeste Belgen, waaronder een aantal hoogopgeleide mensen met een Turkse immigratieachtergrond, benaderen de immigrantengemeenschappen in ons land met zeer negatieve vooroordelen, waarbij zogenaamd hun leden worden beschouwd als mensen die niet in staat zijn te de kansen aan te grijpen die het gastland biedt, die zelfs na 50 jaar niet in staat zijn de taal te leren, en als mensen die misbruik maken van het systeem. Begrijpen is zeker niet goedkeuren! Maar begrip maakt het mogelijk oplossingen te vinden en bevordert verdraagzaamheid, vind ik. Als wij de Turkse gemeenschap in België willen begrijpen, denk ik dat wij de feiten moeten kennen van de arbeidsimmigratie die deel uitmaakt van de geschiedenis van ons land.
De “gastarbeiders” werden aan hun lot overgelaten
Wat ik probeer uit te leggen is de manier waarop de Turken in België (maar dit kan worden veralgemeend tot alle Turken in Europa) jarenlang door zowel Turkije als België in de steek werden gelaten, de manier waarop zij aan hun lot werden overgelaten. De immigratie van Turkse werknemers, die officieel in 1961 is begonnen, is een gebeurtenis waarvan de gevolgen en de sociale aspecten noch door de Belgische noch door de Turkse autoriteiten waren berekend en voorzien. Er werd geen rekening gehouden met het feit dat de nieuwkomers menselijke wezens waren met behoeften op het gebied van taal, sociaal en cultureel leven en godsdienst. Ze zouden komen, werken en dan, na een tijdje, vertrekken… Dit is de realiteit die de 6-delige documentaire “Kinderen van Migratie” aan het licht brengt, gebaseerd op de getuigenissen van gastarbeiders en hun kinderen uit Turkije, Italië, Marokko of Griekenland, alsook op archiefdocumenten en analyses van specialisten.
Eerste Turkse verenigingen – prioriteit aan begrafenis rituelen boven dagdagelijks samenleven
Tijdens de verslagen die ik met de Turkse verenigingen in België heb gemaakt, heb ik tot mijn grote spijt een realiteit vernomen. De Turkse verenigingen in België waren oorspronkelijk opgericht als begrafenisverenigingen, voor de repatriëring van de doden! Bedenk dat deze verenigingen niet zijn opgericht om te streven naar een beter leven, naar democratie, naar mensenrechten of om een eenvoudiger reden zoals het organiseren van een buurtfeest in onze straten of het organiseren van activiteiten voor kinderen of jongeren… neen, ze zijn in eerste instantie niet opgericht rond het leven maar rond de dood! In de beginjaren van de immigratie hadden de Turken in België verenigingen opgericht om hun doden (in Turkije) te begraven volgens hun geloof en met respect voor de tradities. Turkije, dat zijn burgers naar een land met een andere godsdienst, taal en tradities stuurde, had er niet aan gedacht dat de mensen konden sterven in het land waarheen zij waren gegaan en had er niet aan gedacht waar zij volgens hun geloof en tradities begraven konden worden! Er waren geen plannen of investeringen gedaan! Ook België had hier niet aan gedacht! Ze zouden komen, werken en dan vertrekken… Punt uit!
Je bent een arbeider, blijf een arbeider!
De documentaire “Kinderen van Migratie” belicht op bewonderenswaardige wijze deze onvoorbereide immigratie van de Turkse arbeiders naar België. De arbeidsmigranten van de eerste generatie, de “gastarbeiders”, stapten een onbekend en duister gebied binnen. Duister, letterlijk en figuurlijk! Zij werden geconfronteerd met een immigratie zonder taalcursussen, zonder dat er iets werd gepland of opgezet om de nieuwkomers en de autochtone gemeenschap nader tot elkaar te brengen, zonder dat er werd gedacht aan integratie, of aan de mogelijkheid om als migrant bij te kunnen dragen aan de Belgische samenleving: dat wil zeggen kansen hebben misgelopen om echt te kunnen investeren in de Belgische samenleving.
De dag nadat zij uit de trein waren gestapt, werden de migrerende werknemers, zonder zelfs maar de meest elementaire veiligheidsmaatregelen te hebben genomen, naar de mijnen of de zware industrie (metallurgie) gestuurd om daar te werken. Jarenlang leefden zij in onhygiënische woningen zonder toiletten, badkamers of verwarming. Zelfs nadat hun gezinnen zich bij hen hadden gevoegd… Tegelijkertijd gingen de kinderen van Eurocraten die voor de Europese Unie werkten naar de Europese school waar zij in hun moedertaal werden onderwezen. Hoewel dit systeem bekend was, werd er niet aan gedacht het toe te passen op de kinderen van migrerende werknemers. Leraren werden alleen gelaten met kinderen die de taal niet kenden. Bovendien was er geen plan voor de kinderen van migrerende werknemers om naar de universiteit te gaan. Het was alsof men openlijk tot hen had gezegd: “Je bent een arbeider, blijf een arbeider! De kinderen van migrerende werknemers werden rechtstreeks naar beroepsscholen gestuurd en gezien als de volgende generatie die in de mijnen of in de textielsector zou gaan werken.
Aan het eind van de jaren tachtig werd een stap gezet in de richting van een migratiebeleid
In een verslag dat ik voor Binfikir maakte met Jozef De Witte, de toenmalige voorzitter van het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding, legde hij mij uit dat “het D’hondt Instituut in 1989 werd opgericht als de eerste organisatie die in België werkte rond immigratie; het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding was de voortzetting van deze instelling”. Volgens Tom Naegels, de auteur van het boek Nieuw België en die met zijn onderzoek heeft bijgedragen aan deze documentaire, zijn er sinds 1965 hulp- en voorlichtingsbureaus en enkele kleinschalige taalcursussen voor gastarbeiders geopend, maar omdat er onvoldoende budget voor dit project was uitgetrokken, konden slechts 90.000 mensen cursussen volgen in 17 taalscholen. Een kind van een immigrant die in die jaren geboren is of naar België is gekomen, kwam in 1989 rond de leeftijd van twintig jaar aan, zonder dat er vooraf enige investering in taal, identiteit of integratie was bedacht of gedaan. Ergens een verloren generatie door gebrek aan beleid! Er waren natuurlijk ook mensen die erin slaagden de problemen op het gebied van onderwijs, identiteit en integratie te overwinnen en een welverdiende plaats in de Belgische samenleving te vinden. Maar tegen de prijs van heel wat moeilijkheden!
Het migratieverhaal dat schuilgaat achter de liefde voor president Erdoğan
Deze feiten negerend, stelt de Belgische samenleving de vraag “waarom er in België zoveel sympathie voor president Erdoğan en zijn partij is”? Deze situatie kan niet worden begrepen als men de geschiedenis van de immigratie niet kent, men niet weet wat het land van herkomst en het gastland al dan niet hebben gedaan voor deze werknemers uit Turkije, Italië, de Marokko of Griekenland, en als men zowel de historische migratie context als de concrete gevolgen van deze acties (of het gebrek aan acties) op het leven van de migranten buiten beschouwing laat!
Aan de ene kant hebben we Turkije, hun thuisland, dat Turkse migrerende werknemers jarenlang alleen maar als een bron van inkomsten beschouwde en nooit geïnteresseerd was in wat deze “gastarbeiders” konden beleven in het land waar zij zich hadden gevestigd.
Anderzijds is er het “gastland”, hun tweede land, waar zij werken en waar van hen slechts wordt verwacht dat zij als machines produceren. In dit tweede land, sinds de eerste generatie, en tot op de dag van vandaag, waar men discriminatie, uitsluiting, anders-zijn, en soms zelfs racisme tegenkomt, en dit met betrekking tot zaken als onderwijs, het huren van een huis, werkgelegenheid… Tegelijkertijd is er het romantiseren van een vaderland dat je verlaten hebt en dat niet in je geïnteresseerd is…. Een platonische liefde er voor koesteren.
Als we de bilaterale akkoorden die in de jaren zestig werden ondertekend toen Bülent Ecevit minister van Arbeid was, buiten beschouwing laten, is tot het bezoek van president Erdoğan niemand in uw land, behalve uw geld, geïnteresseerd in uw situatie. Het interesseert niemand hoe je in een vreemd land wordt behandeld, wat je behoeften zijn, noch vraagt iemand “wat zou Turkije voor je kunnen doen?” President Erdoğan en zijn partij, die de Turkse gemeenschap in Europa al jaren goed kennen via de moskee organisaties de Milli Görüş en als de Diyanet, zijn erin geslaagd de behoefte aan aandacht en de romantische liefde voor het vaderland om te zetten in een verkiezingsstem. Maar het is niet alleen dat. De mensen die in het buitenland zijn komen werken en die een groot aantal offers hebben moeten brengen om hun kinderen te kunnen opvoeden, de taal en de cultuur te leren ten koste van duizend moeilijkheden, te leven met discriminatie en uitsluiting en te worden behandeld als tweederangsburgers, hebben begrepen dat de door Europa naar voren gebrachte waarden zoals mensenrechten, democratie en economische welvaart niet voor hen bestemd waren en hebben een grote woede opgewekt. Erdoğan daarentegen kon op deze woede reageren met de woorden “Europa, pas op!”.
Samenvattend, als België in 2021 tot de toplanden behoort waar discriminatie voorkomt op het gebied van werkgelegenheid, als huurders nog steeds met naam en toenaam worden gekozen, als mensen van allochtone afkomst die in België zijn geboren en in ons land zijn opgeleid nog steeds als tweederangsburgers worden behandeld en als hun echte land nog steeds wordt beschouwd als het land waar hun ouders vandaan kwamen, dan denk ik dat de redenen hiervoor moeten worden gezocht in het migratiebeleid van de landen, of liever het gebrek aan een migratiebeleid van diezelfde landen.
Vanuit dit oogpunt hoop ik dat de documentaire “Kinderen van Migratie”, die een weinig bekend deel van het verleden van België belicht, zal bijdragen tot een betere bekendheid van deze generaties; tegen de achtergrond van de migratie van arbeiders die allen meerdere identiteiten in zich dragen, waaronder, naast hun oorspronkelijke identiteit, ook de Vlaamse, Waalse en Belgische identiteiten.
U kunt “Kinderen van Migratie” bekijken via de onderstaande link tem 29/11.
https://www.vrt.be/vrtnu/a-z/kinderen-van-de-migratie/
Deze artikel is geschreven na eerste zending van het documentaire. Nu is de FR en NL versie beschikbaar.
0 Yorum